Publieke gedragingen

Muziek maken kun je in een vrachtwagen met een bigband op een plein met duizend anonieme bezoekers op 10 meter afstand, die een drankje doen, of ‘officieel’ in een theater met luisteraars in aandachtige aanwezigheid op stoelen in rijen. Het wordt weer een heel ander gevoel als de aanwezigen echt heel dichtbij komen en geen remmingen (lijken) te hebben. Zo speelde ik diverse keren met Hans Bormann in een huis voor mensen met dementie. Ze kwamen gezellig in de buurt zitten, maakten een dansje en zongen uit volle borst mee. We ervaarden de magie van muziek – mensen die al weken roerloos in hun stoel zaten, leken opnieuw tot leven te komen. Het is ontroerend om dat mee te maken.

Tijdens één van die optredens liep een dame met haar looprek tegen me aan en begon mij op nog geen 50 cm afstand vragen te stellen terwijl ik aan het zingen was: “Zing je wel vaker hier?” Ik bleef haar vrolijk aankijken en probeerde al doorzingend te communiceren dat we het gezellig hadden samen. Ik verwachtte het onverwachte en bleef redelijk goed in mijn rol. De dame wiegde vanzelf terug naar haar stoel.

Dat lukte wat minder goed tijdens een borrel op een zakelijk evenement. De worstjes en kaasjes lagen zo ongeveer op grijpafstand van ons combo, en werden een aantrekkelijke hang-locatie voor een stel ’training-gare’ bezoekers. Wij musiceerden op conversatieniveau volgens afspraak. Maar het gebabbel vlak naast me werd zo luid dat ik mezelf haast niet meer kon horen zingen. Ik kreeg bijna de neiging mijn excuses aan te bieden omdat ik door het gepraat heen zong. Misschien de volgende keer toch even vragen of het lekkers een paar meter verder weg geplaatst kan worden. “You live, you learn.” De grap was dat één van die babbelaars achteraf vroeg naar de leadsheet van mijn zelfgeschreven nummer dat haar zo geraakt had. Zij had gelukkig toch ook wel geluisterd. 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *